Jonas Polak is geboren op 11 oktober 1893 in het gezin van Wolf Polak en Leentje Bed. Wolf werd geboren op 10 december 1857, hij zou op hoge leeftijd overlijden in Kamp Westerbork. Leentje Bed werd op 31 oktober 1860 geboren, zij overleed in 1942 in De Joodsche Invalide. Jonas was het vierde kind in een gezin waar 10 kinderen werden geboren. Drie dochters overlijden op jonge leeftijd; Elisabeth (niet vermeld op de archiefkaart) en Marianne kort na de geboorte, de oudste dochter Eva overlijdt als zij 26 jaar oud is. Toen Jonas werd geboren woonde het gezin op de Houtkopersburgwal nummer 4. Vader Wolf zal later gaan werken als ‘vischschoonmaker’. In die hoedanigheid wordt hij geportretteerd door Joseph Teixeira de Mattos (zie bijgaande tekening).
Toen Wolf 19 jaar oud was, werd hij gekeurd voor de militie. Hij was toen werkzaam als sjouwerman. Met zijn 1 meter en 562 mm was hij groot genoeg, hij werd aanvankelijk ook ‘tot den dienst aangewezen’, maar later toch afgekeurd. Er werd bij nadere beschouwing geconstateerd dat hij geen oorschelp had (aandoening 116, Reglement op het geneeskundig onderzoek) en alsnog afgekeurd.
Jonas werd in 1912 of 1913 gekeurd voor de militie en goedgekeurd. Op het moment van keurig was hij werkzaam als suikerbakker. Jonas was 1 meter en 579 mm. lang. Hij gaat in dienst bij het 7de regiment Infanterie mogelijk op de afdeling administratie (zie beide afbeeldingen).
Op 30 mei 1917 trouwt hij met Marianne Schouten. Jonas is dan 23 en Marianne 21 jaar oud. Jonas is inmiddels werkzaam als pakhuisknecht. Hun eerste adres is in de Weesperstraat en wel op nummer 85 III. Op dit adres worden ook hun beide dochters: Lena en Sara geboren.
Achtergrond Marianne
Marianne werd geboren op 16 februari 1896 in een gezin van 10 kinderen. Haar ouders waren Barend Schouten, geboren op 7 september 1854, en Saartje Halberstad, geboren op 19 februari 1854. Barend was werkzaam als werkman of sjouwerman. Toen Barend en Saartje trouwden in het jaar 1877 was hij naast sjouwerman ook milicien. In 1874 was hij gekeurd en goedgekeurd voor de militie. Hij is lang 1 meter en 737 mm en kiest ervoor om zelf in dienst te gaan. Hij wordt ingedeeld bij het 5e Regiment Infanterie. Op 6 maart 1879 wordt hij ‘gepasporteerd’ (ontslagen) uit de dienst. Hun eerste adressen zijn in de gangen van de Valkenburgerstraat; Rode Leeuwengang en Mosterdmolensteeg. In de gezinskaart staan meer adressen, allen in de Oude Jodenbuurt (Joden Houttuinen, Rapenburgerstraat, Houtkopersburgwal).
Aanvulling via Joodsmonument: Wolf Polak was van eenvoudige afkomst. Hij was pakhuisknecht en werd later visschoonmaker op de markt. In die hoedanigheid is hij geportretteerd door kunstenaar Joseph Teixeira de Mattos. Wolf trouwde Leentje/Lotje Bed, 'de vrouw zonder neus'. Via hun zoon Philip zijn zij de grootouders van de latere Amsterdamse burgemeester Wim Polak.
NAAR: Retiefstraat, de Kopadressen
OF NAAR: VERHAAL 2